En het geschiedde op den middag, dat Elia met hen spotte, en zeide: Roept met luider stem, want hij is een god; omdat [44]hij in gepeins is, of omdat hij [45]wat te doen heeft, of omdat hij een reize heeft; misschien slaapt hij [46]en zal wakker worden.
44. Dat is, omdat hij wat heeft te denken, en met zijn zinnen te overleggen; of omdat hij met iemand heeft te spreken. Want het Hebreeuwse woord betekent zowel met den mond spreken als met het hart iets bedenken.
45. Anders, vervolg heeft; te weten, waardoor hij wordt aangezocht van anderen of hij zelf anderen zoekt en najaagt als mensen of beesten.
46. Te weten, indien gij luide genoeg roept.